Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het [38]ganse land weende met [39]luider stem, als al het volk [40]overging; ook ging de koning over de beek [41]Kidron, en al het volk ging over, recht [42]naar den weg der [43]woestijn. 38. Dat is, alle inwoners des lands, omtrent Jeruzalem gelegen. 39. Hebreeuws, groter. 40. Of, doorging; alzo sommigen menen dat er ondiepten geweest zijn, waar men te voet kon doorgaan. 41. Lopende oostwaarts voorbij Jeruzalem, langs den voet van den Olijfberg. Over deze beek ging ook onze Zaligmaker Jezus Christus, Joh.18:1, als Hij voor ons zou gevangen worden en lijden. 42. Hebreeuws, naar het aangezicht des wegs, enz. 43. Liggende tussen Jeruzalem en de Jordaan, anders ook genoemd het vlakke veld. Zie onder, vs.28, en hfdst.16 vs.2, en hfdst.17 vs.16; idem boven, hfdst.2 vs.29.